Sparen in de B.V.

ingevoerd op 20-10-2018

Bron: AD, 6 juni 2018

 

Sparen bij de bank loont niet meer. Sterker nog, door de lage spaarrente en het belastingtarief in box 3 lever je per saldo geld in. Die belastingdruk kun je verlagen door je vermogen onder te brengen in een spaar-bv. Je geld verhuist dan fiscaal naar box2, waarin je minder belasting betaalt.

 

Stel, je hebt boven de belastingvrijstelling van € 30.000 (of € 60.000 met fiscale partner) een kapitaal van € 250.000 tegen een rente van 0,35 procent uitstaan. Dat levert een rendement op van € 875.

Maar de fiscus gaat ervan uit dat je, onder meer door te beleggen, over zo’n vermogen meer rendement haalt en komt uit op een fictief rendement van € 9.190. Daarover moet je 30% belasting betalen, ofwel € 2.757 (€ 2.266 met fiscale partner). Onder de streep lever je dus € 1.882 euro (€ 1.391 euro voor stellen) aan spaargeld in.

Steek je het geld echter in een spaar-bv, dan neemt je spaarsaldo wel toe. Want dan betaal je circa 40% belasting (vennootschapsbelasting en aanmerkelijkbelangheffing) over alleen het daadwerkelijk behaalde rendement (€ 875 x 40% = € 350). Daardoor groeit je vermogen per saldo met € 525 (€ 875 - € 350).

De spaar-bv, die in box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang) valt, is het overwegen waard als je minimaal € 200.000 aan eigen vermogen in die bv kunt storten. Het oprichten en onderhouden van een bv brengt namelijk kosten met zich mee.

Sparen in een bv loont niet bij rendementen hoger dan 3 procent. In die situatie ben je belastingtechnisch voordeliger uit in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen). Omdat box 3 verschillende schijven en rentepercentages kent, is het raadzaam het persoonlijk omslagpunt te laten berekenen. In bovenstaand rekenvoorbeeld ligt dat omslagpunt op een rendement van 2,76%.

Bij een aardig vermogen lijkt zo’n spaar-bv dus aantrekkelijk, maar hoe richt je er een op?

1. Raadpleeg een adviseur

Voordat je al je zuurverdiende spaargeld in een spaar-bv steekt, is het verstandig een adviseur te raadplegen. Een berekening om te bepalen of een spaar-bv loont, kost pakweg € 225 tot € 450. Voor advies over de constructie (zie stap 5) betaal je eenzelfde bedrag. De adviseur kan je later ook helpen het opstellen en deponeren van de jaarrekening (zie stap 6).

2. Bedenk een naam

Bedenk een naam en bepaal wie de bestuurders worden van de spaar-bv. Ben je dat bijvoorbeeld alleen, of samen met je echtgenoot of partner? Als aandeelhouder van de spaar-bv heb je recht op een stuk van de winst (dividend) en heb je een stem in de algemene vergadering van aandeelhouders, ook wel ‘AvA’ genoemd. In een spaar-bv zijn de aandeelhouders doorgaans ook de bestuurders van de spaar-bv.

3. Bezoek de notaris

Wie een spaar-bv wil oprichten, moet naar de notaris. Die maakt een oprichtingsakte en schrijft de bv in bij de Kamer van Koophandel (KvK). De kosten hiervan liggen tussen de € 500 en € 1000. De KvK geeft de oprichting van de bv door aan de Belastingdienst. Die stuurt je automatisch bericht over het hoe en wanneer van de aangifte vennootschapsbelasting.

4. Open een bankrekening op naam van de bv

Het openen van een spaarrekening kan bij elke bank. Kijk goed naar de spaarrente, voorwaarden en kosten. Wie al een bv heeft, kan het spaargeld daarin onderbrengen. Bij risicovolle bedrijfsactiviteiten is het wel verstandiger een aparte spaar-bv op te richten. Bij een faillissement blijft het spaargeld zo buiten schot, mits geen sprake is van wanbestuur.

5. Stort je vermogen

Je spaargeld boek je over op de bankrekening van je bv onder vermelding van ‘agiostorting’. Daarmee wordt het gestorte kapitaal het eigen vermogen van de bv. In plaats van de agiostorting kun je ook kiezen voor terbeschikkingstelling, ofwel geld uitlenen aan de eigen bv. Daarvoor moet je een schriftelijke overeenkomst opstellen over de rente en aflossing. Dat hoeft niet notarieel. Voor de opmaak van zo’n overeenkomst rekent een adviseur doorgaans € 250. Je spaargeld, in de vorm van het leenbedrag, stort je op de bankrekening van de bv onder vermelding van ‘ter beschikkingstelling’.

Het praktische voordeel van de terbeschikkingstelling ten opzichte van de kapitaalstorting is dat je zonder tussenkomst van de notaris over je geld kunt beschikken (zie ook stap 7).

6. Regel de aangifte en jaarrekening

Elk jaar moet de jaarrekening worden opgesteld en gedeponeerd bij de KvK.

7. Haal geld uit de bv

Als je spaargeld wilt opnemen uit de bv is dat onbelast. Maar het is niet verstandig om dat zomaar naar je privérekening over te boeken. Daarvoor dienen de statuten van de bv te worden gewijzigd en moet je opnieuw naar de notaris (kosten circa € 750).

Bij een terbeschikkingstelling is de gang naar de notaris niet noodzakelijk en bespaar je dus op de kosten. Het spaargeld mag op de privérekening worden gestort onder vermelding van ‘terugbetaling terbeschikkingstelling’. De terugbetaling van de schuld is vastgelegd in de eerder genoemde schriftelijke overeenkomst. Het saldo van de schuld plus de daarover ontvangen rente geef je op in de aangifte inkomstenbelasting van dat jaar.

 

Vier tips tot slot

- De fiscus let streng op ‘boxhoppen’. Wie zijn vermogen korter dan 6 maanden in de bv onderbrengt, loopt kans alsnog in box 3 te worden belast.

- Handel altijd zakelijk. Leg besluiten vast en hanteer marktconforme voorwaarden.

- Voor ouderen: het vermogen in de bv telt niet mee voor de grondslag ter bepaling van de maximale eigen bijdrage bij opname in een zorginstelling.

- De spaar-bv kan het vermogen met behoud van renteaftrek ook benutten om een hypotheek af te lossen.