Snel past regeling belastingrente gedeeltelijk aan

ingevoerd op 12-07-2018

 

Staatssecretaris Snel wil de regeling belastingrente op een aantal punten aanpassen in het Belastingplan 2019. Dit liet hij weten in een brief aan de Tweede Kamer.

Tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2018 is om een onderzoek naar het huidige systeem van belastingrente gevraagd.

Een belangrijk uitgangspunt van de regeling belastingrente is dat belastingplichtigen bij tijdig en correcte aangifte niet met belastingrente worden geconfronteerd omdat de aanslag in die gevallen op tijd kan worden vastgesteld. Dat een belastingplichtige in verzuim is indien de aangifte niet tijdig en correct wordt ingediend, vormt een prikkel tot het voldoen aan de fiscale verplichtingen. Dit uitgangspunt ondersteunt Snel, vooral omdat hij van mening is dat een belastingplichtige veel manieren heeft om wél tijdig en correct aan de fiscale verplichtingen te voldoen.

Snel laat weten dat een aantal aspecten van de regeling belastingrente op dit moment niet in lijn is met de uitgangspunten van de regeling. In het Belastingplan 2019 wil Snel overgaan tot aanpassing van deze aspecten in de inkomstenbelasting en de erfbelasting.

 

Maatregelen

1. Bij de inkomstenbelasting wil Snel formaliseren dat geen belastingrente in rekening wordt gebracht indien de aangifte wordt ingediend voor 1 mei en de aanslag conform die aangifte wordt vastgesteld. Met ingang van het belastingjaar 2014 is de aangiftetermijn voor de inkomstenbelasting verschoven van 1 april naar 1 mei na afloop van het belastingjaar, maar deze praktijk is niet geformaliseerd. Hierdoor kan het op dit moment voorkomen dat belastingplichtigen die (tijdig) tussen 1 april en 1 mei na het belastingjaar aangifte doen toch belastingrente in rekening wordt gebracht.

2. In de erfbelasting kan het voorkomen dat belastingrente in rekening wordt gebracht ondanks dat de aangifte tijdig wordt ingediend en de aanslag conform die aangifte wordt vastgesteld. Om dit te voorkomen wil Snel regelen dat degene die tijdig verzoekt om een voorlopige aanslag of tijdig aangifte erfbelasting doet, geen belastingrente in rekening wordt gebracht indien de (voorlopige) aanslag wordt vastgesteld overeenkomstig het ingediende verzoek of de ingediende aangifte. De uitvoeringstoets naar deze aanpassing loopt momenteel en beide Kamers worden over de uitkomst hiervan uiterlijk met Prinsjesdag geïnformeerd.

 

Vennootschapsbelasting

Ook wil hij voor de vennootschapsbelasting bewerkstelligen dat indien een aangifte wordt ingediend voor 1 juni en de aanslag overeenkomstig de aangifte wordt vastgesteld, geen belastingrente wordt gerekend. Naar de uitvoeringsgevolgen hiervan is een uitvoeringstoets in gang gezet, waarover beide Kamers uiterlijk met Prinsjesdag worden geïnformeerd.

Een aantal andere beschreven aspecten van de regeling belastingrente is wel in lijn met de uitgangspunten van de regeling, maar kan desalniettemin als onrechtvaardig worden ervaren. Snel doelt daarmee op het rentetijdvak, waarin ook de betalingstermijn is begrepen. De onderzochte alternatieven zijn echter om eerder genoemde redenen niet uitvoerbaar. Daarnaast doelt hij op situaties waarin belastingrente wordt berekend over (een gedeelte van) een tijdvak waarin (een gedeelte van) het te betalen bedrag al onder de Belastingdienst verkeerde. Deze situaties zijn het gevolg van aansluiting bij de verzuimgedachte. Aanpassing hiervan zou gepaard gaan met ingrijpende wijzigingen van de systematiek van de regeling belastingrente en kent zowel grote uitvoeringsgevolgen voor de Belastingdienst als budgettaire gevolgen.

 

Belastingrentepercentages

Wat betreft de belastingrentepercentages is toegelicht dat is aangesloten bij de wettelijke rente voor (niet-)handelstransacties. De wettelijke ondergrenzen van vier en acht procent zijn hierbij uniek voor de regeling belastingrente en hierop bestaat kritiek. Zoals toegelicht zijn de ondergrenzen met name vanwege budgettaire motieven geïntroduceerd. Omdat het afschaffen van de wettelijke ondergrenzen met grote budgettaire gevolgen gepaard zou gaan en hiervoor geen budgettaire ruimte bestaat, wil hij deze handhaven.

Meer informatie: Kamerbrief belastingrente 5 juli 2018

 

Bron: Taxence, 6 juli 2018