De fiscale behandeling van cryptovaluta

ingevoerd op 29-05-2018

Staatssecretaris Snel gaat nader in op wat de fiscale behandeling van cryptovaluta in diverse situaties is. Hij merkt hierbij op dat de ontwikkelingen snel gaan. Dit betekent dat de fiscale kwalificatie en behandeling van cryptovaluta in de toekomst kan veranderen.

 

Minen

Van belang is of ten aanzien van die activiteiten in fiscale zin al dan niet sprake is van een bron van inkomen. Voor die bronnen van inkomen is naast het verrichten van arbeid van belang dat er een voordeel wordt beoogd en dat er redelijkerwijs voordeel is te verwachten. Ook kan ook de omvang van de investering (in computers) een rol spelen. Daarnaast kan de fase waarin men instapt met het minen van cryptovaluta (beginfase of een reeds langer bestaande cryptovaluta) een licht werpen op de voordeelsverwachting.

 

In de jurisprudentie is uitgemaakt dat geen sprake is van een bron van inkomen in geval van een speculatieve transactie en als het eindresultaat niet beïnvloedbaar is door de verrichte arbeid. Dat geldt ook voor de handel in cryptovaluta. Als daarentegen structureel positieve resultaten worden behaald die kunnen worden verklaard door arbeid van belanghebbende die verder gaat dan de arbeid die met speculatie samenhangt, is wel sprake van een bron van inkomen. De meeropbrengst moet dus verband houden met de verrichte arbeid.

  

Bezittingen in box 3

Cryptovaluta, waaronder de bitcoin, in het bezit van een natuurlijk persoon behoren tot de vermogensrendementsgrondslag van box 3, tenzij sprake is van vermogensbestanddelen die inkomen uit werk en woning of uit aanmerkelijk belang genereren, bijvoorbeeld winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden. De cryptovaluta moeten naar de waarde in het economisch verkeer op de peildatum van een kalenderjaar worden vermeld in de aangifte inkomstenbelasting. Dat wil zeggen dat aangesloten dient te worden bij de geldende koers op peildatum.

Er zijn verschillende koersen voor cryptovaluta. Nu er geen wettelijk voorschrift bestaat met betrekking tot de vraag welke koers gehanteerd dient te worden, is de koers op de peildatum van het gebruikte omwisselplatform de meest voor de hand liggende koers. Burgers zijn zelf verantwoordelijk voor een juiste en volledige aangifte. Indien burgers vermogen hebben in cryptovaluta zullen ze dit, evenals andere vermogensbestanddelen, moeten opgeven in hun aangifte inkomstenbelasting. In die zin zijn cryptovaluta niet anders.

 

Door een IB-ondernemer of B.V. ontvangen tegenprestatie in cryptovaluta

Als de vergoeding niet in euro’s maar in cryptovaluta wordt voldaan, moet deze worden omgerekend naar een equivalent in euro’s. Dat omgerekende bedrag in euro’s wordt tot de omzet gerekend. Dat geldt zowel voor de winstbepaling (de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting) als voor de omzetbelasting. Als de cryptovaluta worden omgewisseld in euro’s kan die omwisseltransactie voor de winstbepaling een verlies of een winst opleveren. Als de cryptovaluta per balansdatum aanwezig zijn, geschiedt de waardering volgens goed koopmansgebruik. Cryptovaluta kwalificeren niet als liquide middelen, maar zullen veelal wel als vlottende activa kunnen worden aangemerkt. Onder omstandigheden kan ook sprake zijn van voorraad. In beide situaties (vlottende activa dan wel voorraad) is de hoofdregel waardering op kostprijs of lagere marktwaarde.

 

Loonbetaling in cryptovaluta

Als loon wordt uitbetaald in cryptovaluta moet in de aangiften loonbelasting een omrekening in euro’s plaatsvinden op het moment dat het loon wordt genoten. Loon uitbetaald in cryptovaluta wordt behandeld als loon in natura.

 

Aankoop van cryptovaluta door natuurlijk persoon die IB-ondernemer is

Bij de aankoop van cryptovaluta door een natuurlijk persoon die kwalificeert als IB-ondernemer speelt het leerstuk van de vermogensetikettering. Als sprake is van duurzaam overtollige liquide middelen waarmee de cryptovaluta worden aangeschaft, worden zij tot de rendementsgrondslag van box 3 gerekend.

Als de aankoop van de cryptovaluta met ondernemingsvermogen niet plaatsvindt binnen de normale ondernemingsuitoefening en er geen sprake is van het beleggen van tijdelijke overtollige middelen op een zodanige wijze dat zij weer tijdig binnen de onderneming beschikbaar kunnen zijn, is sprake van verplicht privévermogen (box 3).

 

Het minen en de aankoop van cryptovaluta door een B.V.

Anders dan bij een IB-ondernemer speelt bij een B.V. het leerstuk van de vermogensetikettering geen rol. Dit betekent dat het minen en de aankoop (al dan niet gevolgd door verkoop) van cryptovaluta zich in de winstsfeer afspelen. De resultaten daarvan moeten volgens goed koopmansgebruik in aanmerking worden genomen.

 

Handhaving

Een belangrijke ontwikkeling in dit verband is de nieuwe 5e EU anti-witwasrichtlijn, waarin identificatieverplichtingen, en andere regels zijn opgenomen voor handelsplatformen en andere aanbieders van cryptovaluta.

 

Bron: Taxence, 29 mei 2018