De beperktere gemeenschap van goederen en premiesplitsing

ingevoerd op 14-05-2018

Vanaf 2018 is de beperkte gemeenschap in de plaats gekomen van de algehele gemeenschap van goederen bij huwen zonder huwelijkse voorwaarden. Dit roept de vraag op of besparing van erfbelasting door een polis-en premiesplitsing ook mogelijk is bij huwen zonder huwelijkse voorwaarden vanaf 2018.

 

Erfbelasting op uitkering uit levensverzekering

Om de heffing van erfbelasting mogelijk te maken op een uitkering uit een levensverzekering is in de Wet Successiewet 1956 (SW 1956) een fictiebepaling opgenomen. In die bepaling staat dat ‘Al wat ten gevolge van of na het overlijden van een erflater wordt verkregen krachtens een overeenkomst van levensverzekering, ongevallenverzekering daaronder begrepen, of krachtens een derdenbeding, wordt voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen, voor zover de verkrijging kan worden toegerekend aan een onttrekking aan het vermogen van de erflater, behoudens voor zover bij de verkrijger de aan die onttrekking ontleende rechten reeds voor het overlijden van de erflater aan de heffing van schenk- of erfbelasting waren onderworpen.’

 

Premiesplitsing om erfbelasting te besparen

Premiesplitsing is een fenomeen dat zich voordoet bij levensverzekeringen waarbij een kapitaal bij in leven zijn op de einddatum van de verzekering tot uitkering komt en er eveneens een uitkering volgt bij overlijden van de verzekerde. Een andere benaming voor een dergelijke verzekering is gemengde verzekering. Als deze twee elementen uit elkaar worden getrokken in twee ‘losse’ verzekeringen, spreken we over polissplitsing. Als de verzekering één geheel blijft, maar de premieverschuldigdheid wordt gesplitst, een premie voor het overlijdensrisicogedeelte en een premie voor de levensuitkering, spreken we over premiesplitsing.

 

Aandachtspunten bij premiesplitsing

Om er voor te zorgen dat een uitkering uit een gemengde verzekering niet met erfbelasting wordt belast bij de ontvanger is een goede redactie van de polis van belang. De premies moeten niet door de erflater verschuldigd zijn. Ook eventuele huwelijkse voorwaarden zijn belangrijk. Als de premies niet ten laste zijn gekomen van de erflater, maar door een verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden de premies toch ten laste van het vermogen van de erflater zijn gekomen, is de ontvangen uitkering toch (deels) met erfbelasting belast.

 

Geschonken premies

Wat nu als de erflater de premies heeft betaald, terwijl de begunstigde op de polis de premies verschuldigd was? Dan is sprake van schenking van de premies. Een latere uitkering uit de levensverzekering leidt dan bij de begunstigde niet tot heffing van erfbelasting.

 

Nieuw huwelijksvermogensregime vanaf 2018

Bij huwen zonder voorwaarden is vanaf 2018 niet langer sprake van een algehele gemeenschap van goederen, maar van een beperkte gemeenschap van goederen. Tot de huwelijksgemeenschap behoren de goederen die tijdens het huwelijk zijn verkregen en de goederen die voor het huwelijk gemeenschappelijk waren. Niet tot de huwelijksgemeenschap behoren goederen die voor het huwelijk volledig aan één van de echtgenoten toebehoorden. Dat geldt ook voor een levensverzekering.

 

Conclusie

Hoewel vanaf 2018 er geen algehele gemeenschap van goederen meer is bij huwen zonder voorwaarden, is nog steeds sprake van een beperkte gemeenschap van goederen. Een tijdens het huwelijk gesloten gemengde verzekering zal daardoor steeds gemeenschappelijk zijn. Een premiesplitsing heeft dan niet het gewenste effect. Toch is er met een goede planning wel een besparing van erfbelasting te bereiken.

 

Bron: Taxence, 14 mei 2018